Dordrecht leek zich zeer bewust van de historische betekenis van de Synode voor de reputatie van de stad: de promotie van de Synode was citymarketing ‘avant la lettre’.

De stad lag er in 1618 piekfijn bij: de plek van aankomst van de gasten was het Groothoofd. De Groothoofdspoort was verfraaid met een stedemaagd, en bezoekers konden vanaf een zogenaamde ‘draaiom’ bij de vergaderlocatie in de Kloveniersdoelen de stad van bovenaf bewonderen. Herbergiers deden die periode goede zaken. De Synode was openbaar toegankelijk, en trok ook belangstelling van bezoekers van buiten de stad.

Beroemde theologen werden zelfs om hun handtekening gevraagd. Ook burgers gaven onderdak aan de eerbiedwaardige gasten uit binnen- en buitenland. En na afloop van de Synode bood het stadsbestuur hen een groots diner aan.